Vleesvervangers nu goedkoper dan vlees, door de inflatie
Maandag 25 juli 2022
In februari dit jaar brachten ProVeg en Questionmark de prijsverschillen tussen dierlijke producten en plantaardige vervangers voor het eerst systematisch in kaart. In de vijf maanden die volgden is er echter veel veranderd:
• In februari waren plantaardige burgers nog gemiddeld 56 cent per kilo duurder dan dierlijke, nu zijn ze 78 cent per kilo goedkoper.
• In februari waren plantaardige kipstukjes gemiddeld €1,16 per kilo duurder, nu zijn ze 37 cent per kilo goedkoper.
• In februari was plantaardig gehakt gemiddeld 29 cent per kilo duurder, nu is het €1,36 per kilo goedkoper.
De onderzoekers vergeleken in drie categorieën (burgers, gehakt en kipstukjes) bij de zes grootste supermarkten (AH, Jumbo, Dirk, Aldi, Lidl, Plus) steeds de goedkoopste dierlijke vleesproducten met de goedkoopste bijbehorende vleesvervangers. Hierbij werden steeds producten met een vergelijkbare portiegrootte vergeleken op basis van de prijs per kilo. Zo werden in totaal 36 verschillende producten vergeleken. Waren vegetarische burgers, gehakt en kipstukjes in februari in 44% van de gevallen goedkoper of ongeveer even duur; nu is dat zo in 66% van de gevallen.
De verschillen tussen supermarkten en tussen producten onderling blijven groot. Dat vleesvervangers gemiddeld goedkoper zijn geworden dan vlees, wil dus niet zeggen dat dit ook bij elke vleesvervanger en in elke supermarkt zo is. Wel is overal dezelfde trend te zien van een scherpe daling of zelfs omkering van de prijsverschillen. Van de 18 onderzochte productkoppels was bij 16 het prijsverschil verbeterd en slechts bij 2 verslechterd.
Meeste voordeel bij Aldi en Lidl
Bij Aldi en Lidl zijn relatief gezien de grootste voordelen te behalen voor wie vlees inruilt voor vleesvervangers. Bij de burgers scheelt dit maar liefst 6 euro per kilo. In februari was het verschil overigens ook al positief, met 2 euro per kilo. Pablo Moleman van ProVeg Nederland: “We zien al dat consumenten als gevolg van de prijsstijgingen vaker kiezen voor discounters als Aldi en Lidl. Zij zouden de kosten van hun boodschappen nog verder kunnen drukken door vaker een vleesvervanger in hun mandje te stoppen in plaats van vlees.”
Vleesvervangers nauwelijks geraakt door inflatie
De oorzaak voor de veranderingen ligt volledig bij het duurder worden van vlees, niet bij het goedkoper worden van vervangers. Die bleven in de meeste gevallen namelijk gelijk in prijs, of werden iets duurder, maar in veel mindere mate dan vlees. Gemiddeld werd vlees tussen februari en juni 21% duurder, vleesvervangers slechts 2%.
Vleeseters betalen prijs voor hoger grondstofgebruik
De oorzaak ligt volgens ProVeg bij de inflatie en hogere grondstofkosten, gecombineerd met de inefficiëntie die eigen is aan de productie van vlees.
Moleman: “Vlees was altijd al een product waar je enorm veel grondstoffen voor nodig hebt. Om een kilo vlees te maken heb je tot wel tien kilo graan nodig. Nu, in tijden van schaarste, wreekt zich dat. Door dat grote grondstofgebruik is vlees veel gevoeliger voor verstoringen in de wereldmarkt dan vleesvervangers. Die winnen het duidelijk van het vlees op efficiëntie, en dat zien we nu ook terug in de prijs.”
Ook de marges spelen volgens Moleman mogelijk een rol. “We wisten uit het vorige onderzoek al dat op vleesproducten vaak flinterdunne marges zitten. Supermarkten proberen klanten te trekken door vlees zo goedkoop mogelijk aan te bieden. Marges van zo’n 8 procent zijn gebruikelijk, soms wordt het zelfs onder kostprijs verkocht. Op vleesvervangers zitten daarentegen marges van 35 tot wel 50%. Die hogere marges hebben wellicht als buffer gewerkt om de prijsklappen op te vangen, terwijl de supermarkten bij vlees geen andere keuze hadden dan de prijzen omhoog te gooien. Dat zou kunnen verklaren waardoor het vlees zo hard geraakt is door de prijsstijgingen en de vervangers vrijwel niet.”