×

Column: Lachen

Vrijdag 28 maart 2025
Terug naar overzicht
Deel dit artikel
In 2024 was ik op vakantie in Oeganda. Het land dat Winston Churchill eens ‘de parel van Afrika’ noemde. Tijdens de rondreis kom je mooie en opmerkelijke dingen tegen zoals het tweetal wat ik hieronder beschrijf.
 
Daar staan ze, beiden met lange slanke benen, een rank lijfje, een sierlijke nek en een lief koppie met sprekende ogen en lange wimpers. De één draagt een kokerrok, laarzen met een halfhoge hak, een naveltruitje en een bolerootje. In deze omgeving is zij een bijzonder opvallende verschijning. De ander draagt een kortharig eendelig tenue tot hoog aan de hals. Je kan het welhaast een panterprint nomen, maar dan wel een panter met heel grote afmetingen. Onderaan de vier benen twee paar donkere hoefjes. In deze de omgeving is zij een opvallende verschijning.
 
Gelijk en toch verschillend
Ze staan daar en zijn op veel punten zo gelijk en toch zo verschillend. De korte en de lange, ofwel mini en maxi. Het zou een komisch duo kunnen vormen als ze beiden op bekend terrein zouden zijn. De één was in haar natuurlijke habitat, de ander zou je eerder verwachten in een trendy loungebar.  De kleinste van de twee is een jongedame van 29 jaar uit Friesland. De langste is een giraf uit Kidepo Valley in Oeganda.
 
Je ziet de verschillen, ze zijn duidelijk onmiskenbaar aanwezig. De plaats waar je mensen tegenkomt is misschien ook niet altijd logisch en de mate waarin ze zich hebben aangepast aan de omgeving klopt ook niet altijd. Maar tussen de mensen van verschillende landen zijn ook veel overeenkomsten.
 
Op een pleintje in de middle of nowhere van Oeganda was een rouwplechtigheid aan de gang. Mensen zaten in een kring. Vrouwen links, mannen rechts, in het midden een kampvuur met daarnaast een oude vrouw. Ik mocht gaan zitten tussen de mannen en zij vertelden mij wat er aan de hand was. De zus van de vrouw was overleden. Ook hier zag ik overeenkomsten. Bij ons kennen we condoleancebezoeken. De nabestaanden staan in het middelpunt en de bezoekers scharen zich om hen heen om samen te rouwen.
 
Een stukje verderop zaten de kleinste kinderen van het dorp te spelen met kabaal en lachen. Ik herkende het beeld van de Nederlandse zandbakken. Bij ons wordt er gespeeld in een gestructureerde omgeving met toezicht van een kleuterleidster. Daar was alleen de omheining rond een gedeelte van het dorp om de wilde dieren uit de buurt te houden. Maar de kinderen lachten en waren nieuwsgierig, zoals dat hoort bij kinderen.
 
Door heel het land zijn er kleine bedrijfjes te vinden langs de kant van de weg. Winkeltjes voor kleding, boeken, kledingreparatie, kappers et cetera. Eigenlijk hetzelfde als in Nederland. Ook daar zijn de ondernemers, hoe klein hun onderneming ook is, trots op hun bedrijf. Wel is er één groot verschil. Er wordt veel meer gelachen. Ze ondernemen met plezier, ondanks het feit dat ze er niet rijk van worden. Rijkdom is geen doelstelling, maar kan een gevolg zijn.
 
In Nederland zoeken we te veel naar de verschillen en te weinig naar de overeenkomsten. Natuurlijk kun je een giraf en een Fries niet met elkaar vergelijken, maar je kan wel lachen om de overeenkomsten. Lachen zoals kinderen doen.
 
______
Erik Hoogink is in het dagelijks leven eigenaar van Hoogink Management Advies en van beroep slager. Hij is sparringpartner voor ambachtelijke slagers op sociaal en economisch gebied. In zijn columns kijkt hij naar de branche en naar de samenleving. Soms kritisch, soms met een knipoog. Reacties op zijn column naar: e.hoogink@icloud.com